Madelief is een vrouw met een kwetsbaarheid voor psychoses en depressies.

Tennissen vind ik een leuke sport en mijn niveau van de tennissport is gemiddeld. In het dorp waar ik woon kon ik op maandagavond naar de toss gaan, gemengd dubbel; op woensdagmorgen was er een dames toss dubbel. Ook speelde ik met een vriendin vaak een enkelspel, 1 keer in de week.

Jaren geleden kreeg ik last van een depressie met psychotische kenmerken

 

Ik ging niet meer elke week tennissen. Af en toe ging ik naar de maandagavond toss (gemengd dubbel). Door de medicijnen (antidepressiva en antipsychotica) die ik kreeg reageerde ik minder snel met tennis en had ik ook moeite om mij te concentreren op de bal. Dit is belangrijk bij tennis. Op de maandagavond werd er door sommige spelers fanatiek gespeeld, vooral door de mannen. Sommige spelers sloegen hard bij de service en ik had moeite om de bal terug te slaan.

 

Andere spelers hielden wel rekening met mijn tennisspel

 

Ik had niet door dat dit vervelend werd gevonden door sommige spelers en op een maandagavond zei iemand tegen mij: “dat ik beter op de woensdagochtend toss kon gaan tennissen”, alleen met dames. Ik vond het niet leuk dat dit tegen mij werd gezegd. Op de woensdagochtend ging het er minder fanatiek aan toe. Sindsdien heb ik nooit meer op maandagavond getennist, want ik voelde mij er niet meer welkom.

 

Door de depressie ging ik niet elke woensdagmorgen naar de toss ochtend, omdat ik moeite had om mijn bed uit te komen

 

Ik schaamde mij voor de depressie en de psychotische kenmerken. Door de psychotische kenmerken was ik soms achterdochtig. Dit vond ik lastig in sociale contacten; ik vertrouwde niet iedereen meer. Op een keer zei iemand van de dames tegen mij: “dat ik altijd ziek was”. Het huilen stond mij nader dan het lachen, want zij moest eens weten hoeveel moeite ik moest doen om wel te gaan tennissen. Af en toe ging ik nog tennissen als het heel rustig was op de baan en ging ik ‘enkelen’ met een vriendin.

 

De depressie en de soms paranoïde (achterdochtige) psychose bleef mij parten spelen

 

Er werd besloten dat ik zou worden opgenomen. De psychiater stelde voor om mij te behandelen met ECT. Na 7 tot 9 ECT behandelingen knapte de depressie op en de achterdocht werd minder. Na 19 ECT behandelingen werd ik ontslagen uit het ziekenhuis.

 

Na deze opname besloot ik weer te gaan tennissen

 

Ik voelde mij geestelijk sterker. Ook in sociale contacten ging het beter omdat mijn achterdocht was afgenomen. Wanneer iemand op de tennisbaan een vervelende opmerking maakte (bv. toen ik in het net sloeg: ”dan zijn wij die punten ook weer kwijt”) reageerde ik daarop. Dat was men niet gewend van mij, maar het gaf mij wel een goed gevoel. Ik kwam weer voor mijzelf op.

 

In de loop der jaren tennis ik in verschillende dames groepen

 

Ik merk nu hoe belangrijk het is om, geen last meer te hebben van de paranoïde psychotische kenmerken, wanneer ik met een aantal dames tennis. Mijn reactie tijdens het tennissen is anders, ik heb een meer ‘open mind’ en ook mijn uitstraling is zelfverzekerder. Nu het goed gaat is ook mijn zelfvertrouwen gegroeid en heb ik leuke contacten op de tennisbaan en tennis ik met meer plezier. Daar ben ik erg blij mee.