Hallo, ik zal me even voorstellen. Ik ben Puck en ik ben 14 jaar. Het gaat supergoed met me. Ik heb
toffe vrienden. Daar kan ik lekker mee chillen. Ik ga niet meer naar school. Dat is echt niet nodig. Je
leert het echt leven pas op straat. Mijn vrienden en ik blowen ook. Dat willen mijn ouders niet in
huis, dan doe ik het op mijn kamer.

 

Ik heb alleen één probleem

 

Dat zijn mijn ouders. Wat een vreselijke mensen zijn dat. Neem nou mijn vader. Die kan boos worden joh, echt niet normaal. En als hij boos word, dan ik ook! En mijn moeder, die kan zeuren, echt niet normaal. Liselot dit, Liselot dat. Je jas, je kamer, je bent te laat, je bent brutaal. Wie noemt zijn kind nou Liselot! Dat mens weigert me Puck te noemen. Maar laatst had ik wat geblowd. Mijn vader rook het toen hij op mijn kamer was. Ik flipte en pakte een glas en gooide dat naar de muur. Niet eens naar hem. Hij werd bozer en pakte de stoel. Hij liep op mij af, en echt, ik werd bang. Ik dacht straks dood hij mij. Dat wil ik niet. Ik heb een veel te tof leven met mijn vrienden.

 

Hij weet niet dat ik bang werd

 

Dat ga ik nooit zeggen. Voor mijn ouders was de maat vol. Als het zo door zou gaan moest ik uit huis. Ze trekken het niet langer zeggen ze. Er was nog één laatste stap, hulpverlening. Zijn ze gek geworden? Ik hulpverlening nodig? Echt niet. Maar ja, het huis uit.. dat ook niet. Dus laatst kwamen ze van het FUCK- team. Zo noem ik ze, niks geen FACT. Ze wilden mij spreken. Wat er aan de hand was. Ik kan prima vertellen wat er is. Met mij gaat het goed, ik ben 14 en ik kan mezelf prima redden. Ik heb alleen één probleem en dat zijn mijn ouders.

 

Toen hebben ze met mijn ouders gepraat

 

Op een avond kwam ik thuis. Zitten daar een heleboel bekenden, en die mensen van het FUCK -team. Ging mijn moeder een brief lezen. Er stond in dat ze van me hielden enzo. Ik kreeg tranen in mijn ogen, maar die wilde ik niet laten zien. Ze zeiden dat ze grenzen gingen stellen. De week erna ging het best goed. Tot mijn moeder weer begon te zeuren. “Liselot!” Mijn vader zei: ”Marlies, denk aan je mandje.” Heel gek, maar m’n moeder stopte. Later zei mijn moeder ‘’ Hans, denk aan je window.” Ook al zo vreemd. Mijn ouders zijn rustiger geworden.

 

Het is net of ze weer van me houden

 

En na een paar maanden gaat mijn vader niet meer uit zijn window, en ik weet nu dat het te maken heeft met tolerance. Mijn moeder en ik zijn een soort van vriendinnen geworden. We gaan wel eens samen shoppen. En weet je, dan noemt ze met soms Puck. Wie had dat gedacht.

 

En soms, dan geef ik haar gewoon echt een dikke knuffel

 

Dat allemaal door Geweldloos Verzet.