Ik ben Daniëlle, 35 jaar oud, vrouw van Iskandar en moeder van Jaivy en Devon. Ik heb een zeer gekleurd leven gehad, met grote pieken, maar helaas ook vooral heel veel diepe dalen. Ik schrijf dit verhaal als onderdeel van mijn opleiding voor Ervaringsdeskundige, ik wil mijn kwetsbaarheden gaan omzetten in krachten om andere mensen te helpen. En oh ja, ik heb ooit de diagnose Borderline Persoonlijkheidsstoornis gekregen.

 

De rots

Ieder mens begint zijn of haar leven met een rots, die rots is het blinde vertrouwen dat alles goed komt. Die rots geeft je de vrijheid om jezelf te ontdekken en te ontwikkelen, zonder restricties en terughoudendheid vanuit jezelf. Die rots zijn je ouders, je familie, want als je klein bent lijken je ouders onsterfelijk en ze kunnen alles weer goed maken, dat is voor een kind een feit. Naarmate je ouder wordt begint die rots voorzichtig wat af te brokkelen, ga je beseffen dat je ouders ook maar gewoon mensen zijn, dat ze niet perfect zijn, niet alles kunnen oplossen, maar bovenal dat ze niet onsterfelijk zijn. In een gezonde situatie gebeurt dit geleidelijk en natuurlijk, want het afbrokkelen van die rots gaat samen met het groeien van je zelfstandigheid en het vertrouwen dat je aan kan wat er op je pad komt, ook als iets niet gaat zoals zou moeten.

 

Wie was ik dan?

Ik was niet het meest makkelijke kind, deels door mijn temperament, waar ik meer dan genoeg van heb, en deels door alles wat ik heb meegemaakt, wat helaas ook flink wat was. Ik heb mijn beide ouders ziek zien worden, wat ze beiden gelukkig overleefd hebben, maar het was het begin van het afbrokkelen van mijn rots. Want ineens waren mijn ouders niet meer onsterfelijk, konden ze niet meer alles voor mij oplossen, en was er dus ook geen ruimte meer voor mijn ontwikkeling. Wat ik in deze tijd het meest geleerd heb, was dat alles wat ik deed in dienst moest staan van anderen. Dit is voor een kind verschrikkelijk lastig en hier heb ik dus ook heel veel moeite mee gehad, het heeft absoluut zijn sporen nagelaten en is iets waar ik nu als volwassene nog steeds mee kan worstelen bij tijd en wijle. Maar toen maakte het mij vooral heel erg dwars, ik zag het nut niet meer in van school en ik wilde alleen maar buiten hangen met mijn vrienden. Ik was altijd boos en dit leidde tot mijn kennismaking met jeugdzorg en Altrecht, waar ik op mijn 15e de diagnose BPD (Borderline Persoonlijkheidsstoornis) kreeg. En ja, ik weet tegenwoordig dat ik zo jong die diagnose niet hoorde te krijgen. Maar al de onrust in mijn hoofd en mijn lijf bleef maar meer worden, en de scheiding van mijn ouders en dat ik op mijn 16e werd verkracht in mijn eigen bed door een jongen die ik dacht leuk te vinden, hebben hier zeker niet aan meegeholpen. Uiteindelijk heb ik mijn middelbare school niet afgemaakt, terwijl ik met gemak VWO kon doen, en belandde ik 40 uur per week achter de kassa.

 

En wie werd ik?

Uiteindelijk ben ik op mijn 18e ingestort, dit leverde me drie maanden opname op. Ik kwam in de weekenden thuis, en kreeg weer een band met mijn vader, hij en ik hadden elkaar namelijk weinig te vertellen na de scheiding van mijn ouders. Maar het allerbelangrijkste wat ik hier heb geleerd, is dat ik helemaal niet boos was, ik was juist intens verdrietig. Maar verdriet maakt je kwetsbaar, en boosheid geeft juist kracht, dus had ik al die jaren mijn verdriet naar achteren gedrukt en zette ik boosheid ervoor in de plaats. In die tijd leerde ik om mijn boosheid los te laten, ik leerde dat de boosheid mij niks bracht, maar wel een heleboel stuk maakte. Letterlijk en figuurlijk. Dit is het begin van mijn herstel geweest, het moment dat ik me daadwerkelijk begon open te stellen voor de hulpverleners. Vanaf dat moment is de boosheid eerder een uitzondering geweest dan de regel, wat mijn leven absoluut al veel makkelijker maakte. Maar de balans was er nog lang niet, en door het ontbreken van de boosheid had ik meer moeite met mijn kracht te vinden en voor mezelf op te komen.

Dit leverde mij uiteindelijk meerdere relaties op die me een die dal in hebben gejaagd, één die mij zwaar in de schulden heeft geholpen, en één die mij fysiek en mentaal mishandelde. Nadat die laatste relatie klapte ben ik ook geklapt, de laatste druppel was dat hij er met mijn (toen) beste vriendin vandoor ging. Vanaf dat moment was ik mijn glimlach kwijt, mijn optimisme en zelfs mijn wil om door te gaan. Hierna ben ik meerdere jaren heftig in therapie geweest, begonnen met dagbehandeling om de dagen door te komen en vervolgens alle mogelijke vormen van therapie gevolgd. Als ik kijk naar mijn kantelpunt, dan is dat eigenlijk vooral dankzij de gesprekken geweest die ik met mijn therapeut heb gehad toentertijd, zij was een heel fijn klankbord. Maar ik heb vele vormen van therapie toen gevolgd, ik heb creatieve therapie gevolgd, PMT (psychomotorische therapie), ik heb lichttherapie gehad, VERS-training (Vaardigheidstraining EmotieRegulatieStoornis) gevolgd. Ook die VERS-training heeft mij erg veel geleerd over mijn emoties, waar ze vandaan komen en hoe ik ermee om kan gaan.

Dit is de tijd geweest waarin ik de grootste stappen heb gezet in mijn herstel, want aan het einde van die tunnel had ik de rust in mijzelf gevonden, wist ik dat ik er mocht zijn, en kon ik gaan bouwen aan een nieuw leven.

 

Maar wie ben ik nu?

Nu ben ik een sociale vrouw met een sterke wil, een ontzettend optimistische visie en een hele hoop liefde om te geven. Ik ben een strenge maar rechtvaardige en liefdevolle mama voor mijn kinderen. Ik ben een ondersteunende en warme echtgenote. Ik ben een loyale en behulpzame vriendin.

Ik sta stevig in mijn schoenen en laat me niet uit het veld slaan. Ik heb het afgelopen jaar gevochten tegen borstkanker, en ik sta nog steeds! Ik heb nog steeds trekjes van de BPD diagnose, maar de diagnose zelf is zeker niet meer terecht. Mijn emoties zijn vaak nog heftiger dan bij de meeste mensen, maar ik kan ermee omgaan, het beheerst me niet en ik heb het onder controle. Ik ben nu druk bezig om mijn opleiding voor Ervaringsdeskundige af te ronden, zodat ik mijn kwetsbaarheden en mijn verhaal kan inzetten om anderen te helpen.

Ik leer nog iedere dag om mijn kwetsbaarheid te uiten, en ik moet mezelf ook regelmatig helpen herinneren dat het oké is om een sterke mening te hebben. Maar mijn waarde hangt niet af van of een ander mijn eerlijkheid aan kan.

Ik ben trots op mijn eerlijkheid, en ik mag er zijn. Wie ik dan ook ben.